Geloof jij?

Gepubliceerd op 19 oktober 2025 om 11:30

Bij de 29e zondag door het jaar C

 

“Als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?”
Het geloof, de gelovigen, laten we het even over onszelf hebben,
over onze manier van geloven, over onze diepste overtuigingen, over ons geloof.
Waarin u en ik geloven, spreken we uit in onze geloofsbelijdenis,
met de eeuwenoude klassieke formuleringen,
of met alternatieve woorden in de hedendaagse liturgie.
De geloofsbelijdenis is een korte samenvatting in woorden.
Maar het geloof is gelukkig ruimer dan enkele woorden,
het is ook een aanvoelen, een manier van leven.
In die zin zijn er heel veel mensen die geloven.
Het korte antwoord op: ‘Geloof jij?’ is dus ‘Ja!’
Het antwoord op: ‘Wat geloof jij?’ is niet op 1 2 3 gegeven.

Het synoniem voor geloven is vertrouwen
en dat vertrouwen kan je niet instuderen of opgelegd worden.
Dat vertrouwen heb je of heb je niet, behoud je of verlies je.
Sterk vertrouwen wordt een zekerheid,
zwak vertrouwen kan wantrouwen worden, vertwijfeling tot ongeloof.
Twijfelende gelovigen zoeken best gelovigen op die in alle eerlijkheid
en met groot vertrouwen getuigen van hun geloof.
Zij zijn als het ware de steunpilaren,
de ondersteuning voor hen die dreigen het op te geven.
Proberen wij dat soms, kunnen wij dat betekenen voor anderen?
Dat wij als gelovigen ons mogen opstellen als Aäron en Chur
om ondersteuning te bieden aan hen die in een geloofsstrijd zitten,
dat zij het goede gevecht kunnen overwinnen,
om te volharden, of zoals de apostel Paulus ergens schrijft,
‘de wedloop te blijven lopen’, met het doel voor ogen en niet opgeven.
Het geloof berust dus niet alleen op ons verstandelijk vermogen,
maar betrekt ons hele wezen, zowel het verstand als het hart,
zowel ons kennen en ons beminnen, zowel ons denken als ons gevoel.
Zo mogen gelovigen mensen zijn die de werkelijkheid bekijken
vanuit verschillende ooghoeken en niet eenzijdig of beperkend.
Wij zien de zon en weten dat het een vuurbal is,
maar wij zien de zon ook als bron van leven, als God zelf.
Wij drinken het water en weten dat wij er niet zonder kunnen,
maar wij zien het water als bron van leven, als God zelf.
Gelovige mensen zijn dankbaar om alles wat bestaat
en beseffen dat alles gegeven is en wij daar zorg mogen voor dragen.
Geloven in de lijn en naar het voorbeeld van Jezus
is leven vanuit de Bergrede met de belangrijkste bepaling
dat je aan anderen doet wat je voor jezelf wenst, of negatief geformuleerd
dat je niet aan een ander doet wat jezelf ook niet zou willen overkomen.

Gelovig zijn als Jezus is vertrouwen als een kind, een beetje naïef en spontaan
en met veel vreugde en dankbaarheid. Het is leven met een vrije en open geest.
Het is eenvoudig zijn en beseffen dat we als een herfstblaadje in de wind zijn,
onderdeel van een groter geheel, maar dat we gedragen zijn van begin tot eind,
van voor dit leven tot ver voorbij dit aardse bestaan.
Wanneer wij het geloof van Jezus tot de onze maken
worden wij gezegende mensen, dat geloof maakt ons vrij,
vreugdevol en het kan tegen een duwtje.
Jezus zal zeker zulke gelovigen vinden op aarde.

Beste gelovige, jij die leeft en ademt in de liefde van God
en doet en zegt wat Jezus deed en zei:

"Gezegend jij om je eenvoud. Je vond jezelf al.
Gezegend jij die treurt en rouwt en die troost vinden zal.

Gezegend jij, zachtmoedige, die weerloos dient alom.
Gezegend jij die recht zoekt. Het zal rijzen als de zon.

Gezegend jij, meedogende, die deelt in alle leed.
Gezegend jij die in je hart de woning van God weet.

Gezegend jij die gaat in vrede. In elke voetstap kom je thuis.
Gezegend jij om wat je hebt geleden en welkom bent in het vaderhuis."

(naar Hein Stufkens, De grondwet voor geluk, de universele wijsheid van de bergrede, 2016)