Bij de 17e zondag door het jaar C
Jezus leert ons te bidden dat God ons niet in beproeving brengt.
Sinds de advent van 2016 blijven sommige Nederlandstalige christenen
‘leid ons niet in bekoring’ bidden.
Het is inderdaad verleidelijk om de oude tekst van het Onzevader op te zeggen,
want deze versie staat gebeiteld in ons onderbewuste.
De beproeving waar Jezus het over heeft,
heeft weinig te maken met verleiding of bekoring.
De ultieme menselijke beproeving is die van de gelovige
die in grote twijfel en onzekerheid zich door God in de steek gelaten voelt.
Het is de godverlatenheid die ook Jezus heeft moeten doorstaan
op het kruis van Goede Vrijdag.
Jezus vraagt zijn leerlingen en dus ook ons om te bidden tot God
dat Hij ons niet in die ultieme beproeving brengt.
Er zijn heel wat redenen om af te haken van God
en Hem de rug toe te keren.
Het kwaad en het lijden, de ellende in de wereld… waar is die God nu?
Of zoals het klinkt in De pest, de roman van Albert Camus:
‘Ik kan niet geloven in een God die kinderen laat sterven.’
Het onopgeloste vraagstuk van God en het lijden
is voor sommigen ondraaglijk en een reden om ongelovig te worden.
Anderen, zoals recent nog Christophe Vekeman in zijn boek Tot God,
ontdekken het geloof en worden christen
omdat ze in Jezus en door Jezus kunnen vertrouwen
dat liefde het enige is wat telt en altijd blijven zal.
Velen voor ons hebben die donkere nacht van beproeving meegemaakt
en zijn niet bezweken.
Zij zijn staande gebleven in het onwankelbare vertrouwen
dat God er altijd is, ook al voelden ze dat niet en dachten ze dat wel.
Ook Jezus riep het uit op het kruis:
‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’
om daarna zijn laatste woorden van vertrouwen in God uit te spreken:
‘Vader, in uw handen leg Ik mijn geest.’
Door dat grote vertrouwen kon Goede Vrijdag
de doorgang worden naar Pasen, het feest van Jezus’ verrijzenis!
Laten wij als christenen nooit het geloof, de hoop en de liefde verliezen,
dat wij altijd verbonden zouden zijn met God,
onze bron van geloven, hopen en liefhebben.
Dat wij als christenen niet van God los leven,
ontrouw worden aan God en zijn hand loslaten,
maar bidden zoals Jezus in grote verbondenheid met God.