
Bij de 12e zondag door het jaar C
Ik wil met jullie even blijven stilstaan bij de laatste zin
uit de eerste lezing waarin de profeet Zacharia
het heeft over de weeklacht om Hadad-Rimmon in de vlakte van Megiddo.
Het woord weeklacht gaat terug op de oude Germaanse betekenis
van wee, verdriet en jammerklacht.
Een weeklacht is een sterke uiting van pijn, verdriet en onmacht.
De profeet verwijst naar de weeklacht om Hadad-Rimmon,
wat kan verwijzen naar de plaats
waar vele kindoffers werden gebracht voor de god Hadad,
of de plaats waar koning Josia sneuvelde
in de beroemde veldslag tegen Egypte,
of waar gerouwd werd om de dood van de Syrische afgod Hadad-Rimmon.
Hadad-Rimmon staat hier dus enerzijds voor een gestorven god
en anderzijds een plaats vol weeklacht en dat om verschillende redenen.
De profeet Zacharia, zijn naam heeft als betekenis: God heeft herinnerd,
treedt in het jaar 520 voor Christus op in Jeruzalem
en spreekt voor de Joden
die uit de Babylonische ballingschap zijn teruggekeerd.
Hij kondigt een messias aan die zal sterven voor zijn volk.
De weeklacht om die gestorven god zal even groot zijn
als het verdriet om de dood van de afgod Hadad-Rimmon,
of om de dood van koning Josia in het jaar 609 voor Christus,
wat 90 jaar geleden was in de tijd van Zacharia.
Verwijzen naar het verleden om betekenis te geven aan het heden,
het wordt tot op vandaag toegepast…
Denken we maar aan wat de premier van Israël zegt
in zijn oorlogspropaganda tegen het ayatollah-regime in Iran:
“2.500 jaar geleden heeft Cyrus de Grote - de koning van Perzië –
de Joden bevrijd. Vandaag creëert de Joodse staat de middelen
om het Perzische volk te verlossen”.
Netanyahu wil de eeuwenoude schuld aan de Iraniërs aflossen.
Helaas zien we nog geen einde aan de wapenwedloop, de oorlogen,
het vernietigen van hele bevolkingsgroepen.
Wij kunnen alleen maar weeklagen, pijn en verdriet hebben
om wat in deze tijd op zovele plaatsen in de wereld aan het gebeuren is.
We staan machteloos tegenover de onkunde van wereldleiders
om tegenpartijen met elkaar te doen spreken,
om vrede en einde van oorlog te onderhandelen.
Onze kardinaal Dominique Mathieu in Teheran roept op om te bidden
voor gesprekken om 'muren en vijandigheid' af te breken.
Hij zegt: "Ik kies geen kant van één van de betrokken partijen,
maar het is duidelijk dat oorlog niet de oplossing is.
Het is beter dat ze terugkeren naar de onderhandelingstafel.
Dit is waar we voor bidden.
In een situatie als deze staan we wat meer stil
bij alles wat de Heer ons geeft en dat anderen
in andere delen van de wereld niet hebben:
bescherming, levensonderhoud, zorg voor anderen, enz.
Tegenwoordig kan ik zien dat veel mensen hun nabijheid
aan ons hebben geuit.
Dank u uit de grond van mijn hart aan jullie allemaal.
Laten we voor u bidden, laten we voor onszelf bidden,
verenigd in Christus, die de wereld heeft gered
door zijn bloed te vergieten.
Laten we de brief aan de Efeziërs (2:14-16 NBV21) herinneren:
'Want Jezus is onze vrede:
Hij heeft met zijn dood Joden en niet-Joden verenigd,
de muur van vijandschap, die hen scheidde, afgebroken
en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld,
om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen.
Zo bracht Hij vrede en verzoende Hij door het kruis
beiden in één lichaam met God,
door in zijn lichaam de vijandschap te doden.'"